Jaargang 2
Nummer 7 - juli 2004
door: Fred de Vries - Auteur

PDD-NOS en hoogbegaafdheid

De laatste tijd horen we steeds meer berichten over het mogelijke samenvallen van PDD-NOS met hoogbegaafdheid.

In ons Handboek PDD-NOS schrijven we dat PDD-NOS een ontwikkelingsstoornis is waarbij problemen optreden op het sociale vlak en op het communicatieve vlak, terwijl er ook een hang moet zijn tot 'sameness'. Dat laatste kan zo'n beetje vertaald worden als: Dat alles hetzelfde moet blijven.

Bovendien moet PDD-NOS gezien worden als een stoornis die als 'een schil' om iemands persoonlijkheid en intelligentie zit. Het beïnvloedt dus niet de persoonlijkheid en intelligentie, slechts het gedrag en diens kijk op de wereld om hem heen. PDD-NOS kan daarom ook nooit gezien worden als een vorm van zwakzinnigheid of geestelijke handicap. Daardoor kunnen sommige mensen met PDD-NOS wel degelijk zwakzinnig zijn en anderen kunnen zeer intelligent zijn.

Natuurlijk heeft de PDD-NOS een invloed op het functioneren en het prestatieniveau van een kind. Maar dat heeft veel meer te maken met de onderliggende problemen. Wanneer er problemen zijn op het sociale vlak en op het communicatieve vlak dan kun je ook begrijpen dat het voor een kind met PDD-NOS gewoon niet belangrijk is om zich met die zaken bezig te houden. En als het zich niet bezig houdt met socialisatie en communicatie dan heeft het effectief meer tijd om zich met andere zaken bezig te houden.

Bovendien heeft de hang naar 'sameness' ook een neiging tot rituelen, vasthouden aan vaste gebruiken en gewoonten, en hyperfocussen tot gevolg. Als alles hetzelfde moet blijven in je omgeving en in jezelf, dan ligt een sterk richten op die weerstand tegen veranderingen voor de hand. Het kind creëert daarmee vastigheid en zekerheid in zijn omgeving en in zijn hoofd door middel van vaste patronen en vaste interessegebieden.

En als gevolg van al die problemen, die in meer of mindere mate kunnen optreden bij deze ontwikkelingsstoornis, kan het dus voorkomen dat een kind zich zo sterk op een bepaald onderwerp kan richten dat ouders soms het gevoel krijgen dat hun kind hoogbegaafd kan zijn.


Handboek PDD-NOS Column: juli 2004

En eigenlijk hebben ze dan nog niet geheel ongelijk. Hun kind is hoogbegaafd op één of enkele zeer specifieke en afgebakende interessegebieden. Maar de problemen, die bij PDD-NOS horen, blijven uiteraard bestaan.

Maar het is altijd wel degelijk van het grootste belang om het kind zoveel mogelijk aan te spreken op zijn intellectuele capaciteiten. Het is een goed idee om te blijven kijken wat er binnen de mogelijkheden van het kind ligt.

Want wij hebben altijd de neiging om onszelf en anderen aan te spreken op onze zwakke punten, terwijl het veel misschien veel zinvoller zou zijn om ons te richten op de sterke punten. Wanneer wij de nadruk gaan leggen op de sterke punten van een kind met PDD-NOS zal hij zich veel beter in zijn vel voelen zitten. En zal de faalangst, die bij deze kinderen toch altijd op de loer ligt, op een afstand kunnen worden gehouden.

Hoe beter hij zich trouwens in zijn vel voelt zitten betekent bovendien dat hij meer tijd heeft en meer openstaat voor het spelenderwijs opdoen van zijn sociale en communicatieve vaardigheden.

Doen wat je goed kunt is doen wat je leuk vindt. Moeten doen wat je niet kunt is voor deze kinderen een dagelijkse strijd. Want er is al zoveel wat niet helemaal lukt op die leeftijd. Of je nu PDD-NOS hebt of niet.

Het star en niet creatief vasthouden aan regels kan voor het begrijpen van een wetenschap als wiskunde juist van het allergrootste belang zijn. In het verlengde van die wiskunde liggen de computerwetenschappen. En daarin kun je nog steeds miljonair worden.

Bill Gates (van Microsoft) is ook niet een van de meest sociale en communicatieve mensen, die je kunt tegenkomen. Wel de rijkste. En hij zit vast ook heel goed in zijn vel.