Jaargang 2
Nummer 10 - oktober 2004
door: Fred de Vries - auteur

PDD-NOS in Japan

Omdat ontwikkelingsstoornissen, zoals PDD-NOS, de laatste tijd vaak in het nieuws zijn zou men verwachten dat dergelijke syndromen overal ter wereld zouden moeten voorkomen, en dat onderzoekers en psychologen met de DSM-IV als leidraad al snel tot de conclusie moeten komen dat PDD-NOS een wereldwijd probleem is. Maar niets blijkt minder waar.

Het lijkt er zelfs op dat stoornissen als PDD-NOS zich slechts voornamelijk voordoen in de westerse geïndustrialiseerde landen in Europa en in Noord-Amerika en Australië. We zouden hier natuurlijk al snel een aantal conclusies uit kunnen trekken. En zo bijvoorbeeld denken aan de druk die op kinderen uit die landen gelegd wordt om al vroeg te kunnen presteren. Of dat de genoemde landen nu juist een druk en opgejaagd patroon van leven hebben. Waardoor kinderen al snel een etiket opgeplakt krijgen met een naam als PDD-NOS wanneer ze zich niet voldoende aan dat jachtige leven kunnen aanpassen.

Maar toch…

In Japan is een syndroom bekend dat hikikomori (vert: sociale terugtrekking) wordt genoemd en dat daar ondertussen tot veel leed heeft geleid onder jeugdigen en hun ouders. Het syndroom werd in Japan voor het eerst beschreven in de jaren 90 van de vorige eeuw. Ondertussen leiden al meer dan één miljoen Japanse jongeren, ofwel bijna één procent van de totale bevolking aan dit syndroom.

Hikikomori wordt gedefinieerd als een gedrag waarbij een patiënt zich steeds verder terugtrekt uit contacten met familie, vrienden en school. Hij sluit zich op in zijn kamer en houdt slechts contact met de buitenwereld door middel van zijn computer. Hij bestelt zo zijn computerspelletjes waarmee hij vaak eindeloos speelt. Het eten wordt gewoonlijk door de ouders voor de slaapkamerdeur gezet waarna het ongezien wordt weggehaald. De diagnose wordt gesteld indien iemand zich op deze wijze maanden of zelfs jaren op zijn kamer opsluit, zonder echt contact met de buitenwereld.

Japanse sociologen zien hikikomori als een uniek Japans probleem. Sommige onderzoekers zien het als een probleem dat ontstaat, wanneer ouders hun kinderen emotioneel hebben verwaarloosd. Dat is een onjuiste kijk op het probleem. Het doet denken aan de verouderde inzichten uit de periode toen het onderzoek naar autisme nog in de kinderschoenen stond. Bovendien wordt het bestaan van hikikomori verbonden aan de uitzonderlijk hoge eisen die ouders en scholen aan kinderen stellen, terwijl het Japanse systeem van lesgeven geen enkele rekening houdt met de individuele zwakke en sterke punten van een kind.


Handboek PDD-NOS Column: augustus 2004

Een kind wordt in Japan slechts klaargestoomd voor een examen (zelfs op de kleuterschool!), terwijl de creatieve kanten op geen enkele wijze worden gestimuleerd. Ouders leven vaak nog in het verleden, terwijl hun kinderen zich allang in de toekomst bevinden. Bovendien zijn Japanse ouders niet gewend hun emoties (en dus ook hun liefde) te tonen en bestaat de neiging om problemen voor de buitenwereld verborgen te houden, waardoor men ook niet geneigd is om deskundige psychologische hulp te zoeken voor hun kinderen.

Al met al een situatie waarbij kinderen met een ontwikkelingsstoornis zich bijzonder ongelukkig moeten voelen. En dat gebeurt dan ook. Wanneer deze kinderen hun eigen oplossing voor het probleem gaan bedenken en ouders niet op de juiste wijze kunnen reageren, dan ontstaat er al snel een situatie, waarbij kinderen zich gaan onttrekken aan de zware eisen die de Japanse samenleving aan hen stelt.

Een enkele onderzoeker meent ondertussen al dat hikikomori een vorm van het Syndroom van Asperger kan zijn, maar de overgrote meerderheid van de onderzoekers meent dat het syndroom uniek is binnen de Japanse cultuur.

We weten dat kinderen met PDD-NOS problemen hebben op het sociale vlak, op het communicatieve vlak en bovendien de neiging hebben alles bij hetzelfde te willen houden. Als we deze kennis projecteren op de zogenaamde unieke Japanse stoornis, zien we grote overeenkomsten tussen PDD-NOS en hikikomori.

Wanneer kinderen problemen hebben op het sociale vlak en daar onvoldoende aandacht aan besteed wordt, hebben zulke kinderen uiteindelijk de neiging zich uit die ingewikkelde sociale 'slangenkuil' terug te trekken. Ook de moeilijke spelregels, die bestaan op het communicatieve vlak met al die onbegrijpelijke verbale en non-verbale signalen, kunnen ontlopen worden door er gewoon maar niet meer aan mee te doen. Communicatie per computer is één-dimensionaal en dus veel 'eenvoudiger'. Tot slot is je opsluiten op je eigen, zo vertrouwde kamer de ultieme manier om alles bij hetzelfde te houden.

Samenvattend is het 'unieke' Japanse probleem dus helemaal niet zo uniek. Het is gewoon een 'unieke' Japanse oplossing voor een bestaande ontwikkelingsstoornis.

Ga er maar vanuit dat binnen niet al te lange tijd de onderzoekers tot de conclusie komen dat hikikomori wederom een uiterlijke verschijningsvorm van PDD-NOS is.