Jaargang 7
Nummer 11 - november 2009
Fred de Vries - auteur

PDD-NOS en verbeelding

Eén van de diagnostische criteria om bij kinderen de diagnose van autisme of PDD-NOS te kunnen stellen is het hebben van een gebrek, een vertraging of een abnormaal functioneren bij het spelen van spelletjes, die een vorm van verbeeldingskracht nodig hebben.

PDD-NOS een ontwikkelingsstoornis en die is ontstaan tijdens de ontwikkeling van de hersenen gedurende de zwangerschap. Het is een kleine constructiefout die nooit kan worden gerepareerd en daardoor zullen de specifieke problemen bij zaken, die verbeeldingskracht nodig hebben, ook op latere leeftijd blijven bestaan.

Toch zijn er nogal wat mensen, die mogelijk PDD-NOS hebben (gehad) en prachtige boeken hebben geschreven of uitvindingen hebben gedaan. Wie zal ontkennen dat de grote Albert Einstein (1879-1955), waarvan vermoed wordt dat hij leed aan PDD-NOS of wellicht aan het Syndroom van Asperger, geen verbeeldingskracht tentoonspreidde toen hij zijn twee relativiteitstheorieën (de speciale relativiteitstheorie van 1905 en de algemene relativiteitstheorie van 1915) ontwikkelde.

Om het probleem van verbeelding iets duidelijker te kunnen maken moeten we eerst maar eens het begrip ‘verbeelding’ definiëren. Verbeelding is het creëren van geestelijke beelden (intern), die niet door de zintuigen worden waargenomen (extern). Maar ons geheugen beïnvloedt voortdurend onze vaardigheid om zaken in te beelden. Omdat we ons niet alles kunnen herinneren zal ons brein de ontbrekende details gaan invullen als we ons iets voor de geest proberen te halen. Daarbij geldt: hoe beter het geheugen, hoe slechter de verbeeldingskracht. Dat is begrijpelijk omdat, wanneer je je vrijwel alles kunt herinneren, je ook nauwelijks details hoeft te verzinnen om het beeld compleet te maken.

Bij kinderen met PDD-NOS wordt in veel gevallen gezien dat ze een bijna fotografisch geheugen hebben. Ze maken als het ware iedere keer een foto van hun omgeving en zien direct wanneer er tussen die foto’s een verschil is opgetreden. Een schilderij dat plotseling even een beetje scheef hangt valt hen direct op.

Al in 1887 beschreef de Britse arts John Langdon Down in zijn boek ‘On some of the Mental Affections of Childhood and Youth’ (1887) dat hij bij sommige van zijn patiënten bemerkt had dat een uitzonderlijk goed geheugen vaak gepaard ging met grote beperkingen in de vaardigheid om gesprekken te voeren.



Handboek PDD-NOS Column: november 2009

Langdon Down is later bekend geworden doordat het Syndroom van Down naar hem genoemd werd, maar enkele van zijn observaties bij kinderen met psychische problemen waren zo raak dat hij ongemerkt en onbewust misschien één van de eerste wetenschappers was die enkele van de symptomen van autisme heeft beschreven.

Het hebben van een te goed geheugen is dus misschien wel één van de problemen die mensen met ontwikkelingsstoornissen als autisme en PDD-NOS hebben. Daardoor moet de conclusie zijn dat de bestaande definitie van ‘verbeelding’ wellicht niet voldoende is. Veel beter is om te zeggen dat de verbeelding bij mensen met ontwikkelingsstoornissen ‘anders’ is dan bij mensen zonder die beperking. Mensen met een ontwikkelingsstoornis blijken het heel lastig te vinden om vanuit het niets verhalen te verzinnen of gesprekken te beginnen, maar kunnen heel creatief zijn bij het oplossen van vastomlijnde problemen.

Dat maakt direct ook duidelijk waarom mensen met autisme en PDD-NOS slecht zijn in het voeren van relatief eenvoudige ‘koetjes-en-kalfjes’-gesprekken, maar bijvoorbeeld wel heel sterk zijn in het oplossen van ingewikkelde wiskundige vraagstukken. Bovendien werkt het in sterke mate rustgevend: door niet mee te doen aan voor hen zo ingewikkelde sociale en communicatieve zaken en zich wel vast te bijten in voor ons zo ingewikkelde wiskundige problemen wordt de hoeveelheid prikkels duidelijk verminderd. Het is daardoor tevens een soort van overlevingsstrategie geworden.

Mensen met autisme of PDD-NOS zijn niet minder creatief, maar gewoon ‘anders’ creatief dan wij ‘gewone’ mensen zijn. Dat inzicht is misschien wel een geruststelling.

Meer info:
Sensory Perceptual Issues In Autism
Sensory Perceptual Issues In Autism
Door: Olga Bogdashina